Inleiding
Evolutie van de sociale bijstand
Algemene beschouwingen
In een periode waar besparingen op alle overheidsniveaus (federale staat, gewesten en gemeenschappen, provincies, gemeentes en OCMW’s) aan de orde zijn, blijft het OCMW van Molenbeek zijn basisopdrachten vervullen zodat de meest kwetsbare burgers niet geraakt worden door de besparingsmaatregelen. Net zoals in het verleden zet het Centrum in op een efficiënt beheer.
Maar daarnaast zullen we in de komende maanden en jaren gewoon moeten worden aan de gevolgen van de uitvoering van de staatshervorming. Op dit moment zijn de gevolgen van de zesde staatshervorming echter nog niet helemaal duidelijk. De gevolgen ervan voor de OCMW’s zullen niet onbelangrijk zijn.
Zo hebben we, in het licht van de overdracht van het beleid art 60§7 en 61 van de sociale economie naar het gewest, als enige zekerheid dat de POD Maatschappelijke Integratie de technische en administratieve operator zal blijven. Wat zal de rol van Actiris zijn? Over welke reële autonomie zullen de OCMW’s nog beschikken in deze materie?
Denken we aan het rust- en verzorgingstehuis Arcadia met de bedden RT en RVT. Zal de financiering van de rusthuisbedden op het huidige niveau behouden worden? Waarschijnlijk niet, omdat de middelen besteed door het RIZIV niet volledig overgedragen zullen worden.
Het grootstedenbeleid wordt eveneens overgedragen. De POD Maatschappelijke Integratie voorziet een veel belangrijker rol voor de OCMW’s, maar met welke middelen?
Het jaar 2014 zal dus een scharnierjaar zijn waarin het OCMW zich zal toeleggen op zijn wettelijke opdrachten, het toekennen van het leefloon en equivalent leefloon, inschakeling via het maatschappelijk integratietraject, in die mate dat het OCMW geen eindpunt is, maar een overgang naar de herintegratie in de sociale zekerheid. Eerst en vooral worden via een interne reorganisatie 5 maatschappelijk werkers toegevoegd aan de diensten van eerste lijn, om alle vragen voor bijstand te kunnen beantwoorden binnen de 30 dagen. Vervolgens zullen de sociale economie en het werkgelegenheidsbeleid op het voorplan staan, net als de opleidingen en studies voor jongeren onder de 25 jaar, die een derde van het publiek van het OCMW uitmaken. Het is inderdaad essentieel om hun alle middelen aan te reiken zodat de arbeidsmarkt binnen hun bereik komt. Dit houdt in: alfabetiseringscursussen en/of lessen Frans vreemde taal, begeleiding tijdens hun studies, mobiliteit, huisvesting en toegang tot cultuur en sport via het fonds voor socioculturele en sportieve activiteiten. Toegang tot de arbeidsmarkt omvat ook het opdoen van werkervaring. Het OCMW zal dus zijn quotum art 60§7 verhogen (+ 50) door zelf nieuwe partners te zoeken (Actiris, KMO’s uit Molenbeek) en dit via een prospectie door het OCMW zelf. Natuurlijk zullen ook de nieuwe maatregelen om jongeren in te schakelen (stages, eerste werkervaringen) gepromoot worden. Het Centrum zal enkele stagiairs opnemen binnen zijn eigen diensten.
Het OCMW heeft trouwens een gebouw gekocht in de Onafhankelijkheidsstraat om er de sociale antenne Hertogin te huisvesten. Dit zal ook toelaten dat de SPI-diensten gehergroepeerd worden op de site Bellevue.
Het gezondheidsbeleid zal integraal behouden blijven en worden voortgezet met de hulp van onze raadgevend geneesheer. Het Centrum heeft eind 2013 een apotheek gekocht in de Maritiem-wijk, omdat we het medicatiegebruik willen rationaliseren. In het bijzonder personen die illegaal in ons land verblijven, zullen bevoorraad worden met geneesmiddelen uit deze apotheek. Het Centrum zal ook zijn expertise verder ter beschikking stellen aan de Conferentie van Voorzitters en Secretarissen om samen met de (grote) Brusselse OCMW’s een gezondheidsbeleid uit te stippelen. Het gezondheidsbeleid zal bovendien het voorwerp uitmaken van een lokaal overleg met een afvaardiging van dokters en apothekers uit Molenbeek. Een gelijkaardig overleg is voorzien voor alfabetisering en individuele sociale bijstand.
Wat opvang betreft, zetten wij het beleid in de Relais en in de transitwoningen verder voor personen die tijdelijk huisvestingsproblemen hebben.
De gemeente Molenbeek heeft ook een groot aantal oudere personen op haar grondgebied. Sommigen hebben hulp nodig, thuis (gezinshulp of huishoudelijke hulp) of in een instelling. Het Centrum zet zijn beleid van ondersteuning van de oudere persoon voort, met de bedeling van warme maaltijden in het ontmoetingscentrum Marie-José of aan huis (een derde ronde van bedeling wordt opgestart). De cafetaria van Arcadia is voortaan open op de middag voor buurtbewoners die een warme maaltijd wensen.
De gangen van het rusthuis zullen heringericht worden om een warmere omgeving te creëren. Zoals in het verleden zal bijzondere aandacht besteed worden aan het traceren van de zorgverstrekking en de opleiding van het personeel.
Een financiële en haalbaarheidsstudie is gelanceerd voor de eventuele ombouw van de sociale appartementen in serviceflats.
Het OCMW moet ook beantwoorden aan verschillende maatregelen die genomen zijn door de hogere overheden, namelijk door de federale staat met het project Mediprima (de federale staat die de dringende medische steun aan illegalen ten laste neemt), de strijd tegen de sociale fraude en de nieuwe gewestelijke maatregelen rond het beheer van de human resources (Comité C, uitvoeringsbesluiten in het kader van het Sociaal Handvest). Het Centrum heeft zich intern georganiseerd om aan deze maatregelen tegemoet te komen.
Ten slotte zullen we samenwerkingsverbanden opzetten om de gemeentelijke administratie toe te laten gebruik te kunnen maken van bepaalde competenties die het OCMW heeft ontwikkeld.
Evolutie van de sociale bijstand
Ondanks de socio-economische indicatoren die een ernstigere situatie aankondigen, registreert ons Centrum slechts een zwakke toename van het aantal begunstigden van het leefloon, namelijk +1,5% over de referentieperiode juni 2012 tot juni 2013: een verhoging van 4004 naar 4066 dossiers. Deze evolutie ligt onder de begrotingsvoorzieningen van 2013 (een gemiddelde van 4050 dossiers).
Ter vergelijking: in het Brussels Gewest was er een stijging van 4,3% en over heel België van 2,7%.
Wat de evolutie van het equivalent leefloon betreft merken we een sterke daling op voor dezelfde referentieperiode: 1640 dossiers in juni 2012 tegenover 1389 dossiers in juni 2013, hetzij een daling van 15,3%.
Het Brussels Gewest noteert een daling van 15,4%. Voor heel België gaat het om een daling van 19,6%.
Vooruitzichten voor 2014
Voor 2014 gaat het Centrum uit van een lichte daling van het aantal begunstigden van het leefloon, namelijk een gemiddelde van 4020 dossiers. Deze raming is gebaseerd op de volgende elementen:
-
de verhoging van het aantal posten Artikel 60 (naar 400) → belangrijke verhoging van de uitstroom;
-
50 extra dossiers opgevolgd door de cel Studies en Opleidingen → mogelijkheid om de positieve uitstroom te verhogen dankzij de kwalificaties die de begunstigden verworven hebben.
Wat het equivalent leefloon betreft kan het Centrum enkel de steeds striktere federale instructies toepassen op het vlak van terugvorderingsvoorwaarden van de equivalente steun. De prognose voor 2014 bedraagt een gemiddelde van 1400 dossiers.
We zullen echter aandachtig de evolutie blijven volgen van het aantal dossiers naar aanleiding van de nieuwe federale maatregelen voor de controle van werklozen, en in het bijzonder de maatregelen voor jonge werklozen en de nieuwe aanpak van de instapstage.